NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

HET LIGGEN AAN ELKAAR



Het liggen aan elkaar
als wrakken aan versleten oevers.
De wind die ons niet meer raakt.
Het getij dat ons vergeet. De horizon
die ons niet alleen niet meer vindt,
maar zelfs niet meer zoekt.
Het dan maar lek slaan uit verveling.
De ratten in je romp. De honger.
Het wakker liggen. Roerloos
onder witte vlaggen.

Vooral dat.


MISTER MICHEL

Michel Verschueren heeft het ziekenhuis mogen verlaten en is na één maand opnieuw thuis. De ex-manager van Anderlecht was opgenomen in het UZ van Jette met nierproblemen. "Ik ben blij dat ik naar huis mag. Ik zal het de eerste weken nog rustig aan moeten doen. Ik heb heel wat voorschriften mee naar huis. Daar ga ik me ook aan houden", aldus de 77-jarige Verschueren. "Ik heb in het ziekenhuis veel tijd gehad om na te denken. Als ik weer ga leven zoals vroeger, ben ik na 14 dagen dood.

Verschueren gaat ook meer tijd doorbrengen met zijn vrouw. "Marie-Louise wil graag 14 dagen samen weggaan, we zullen eerst beginnen met twee dagen", lachte hij. "Iedereen vraagt zich af wanneer ik terug op Anderlecht zal opduiken. We zien wel, maar het zou wel eens vroeger kunnen zijn dan je denkt." (adv - HLN)

Zijn ontslag uit het ziekenhuis was gisteravond een item in 'Ter Zake'! Hebben ze daar een chronisch tekort aan interessante onderwerpen misschien?
Je kon direct zien dat Mister Michel een serieuze dreun had gekregen, letterlijk en figuurlijk. Heel wat minder machogehalte en 'slap' op de benen. Zijn kenmerkende strijdvaardigheid is nog intact, alsook zijn idee dat hij onmisbaar is op Anderlecht. Zoals steeds liet hij de kans niet liggen om de kijkers eraan te herinneren dat hij zijn hele leven, tot nu toe, heel hard had gewerkt. Zesendertig jaar lang was hij iedere dag van 's morgens acht uur tot twaalf uur 's nachts op Anderlecht. Ook op zaterdag en zondag. Nooit nam hij vakantie.' Waarom? Omdat hij het zo graag doet!

Volgens mij, omdat het weinig te maken heeft met 'hard werken', maar alles met het bevredigen van zijn persoonlijke ambities. Zijn vrouw deed nog een poging om even zijn egoïsme in herinnering te brengen. Het was rap gedaan en ze mocht tevreden zijn met zijn 'cerebrale' aanwezigheid. Of toch niet, hij heeft haar beloofd twee dagen vakantie te nemen. Twee dagen is voor hem een geweldige inspanning want hij moet progressief aanleren om vakantie te nemen.

Zijn vrouw, die ik enorm respecteer, verdient een standbeeld. Waarom? Terugkomen na een verschrikkelijk verkeersongeval en tientallen jaren samen leven met een van de grootste ego's en hardstwerkende Belgen. Om het met de woorden van Mister Michel zelf te zeggen: "Il faut le faire!"

Vorig jaar waren we allebei te gast op hetzelfde evenement. Hij zat daar in vol ornaat. Ik was alleen lichtjes onder de indruk van zijn imposante (in gewicht dan) verschijning.
Het zal Michel Verscheuren worst wezen, maar ik heb geen hoge pet van hem op. Ik vind hem zielig. Zijn uitspraken: 'Stakers zijn luierikken' en 'Vrouwen zijn onbetrouwbaar' hebben op mij een onuitwisbare indruk gelaten. Bij mijn vrouw is het nog erger, zij heeft er een blijvende aversie (het is eigenlijk meer) tegen RSC Anderlecht aan overgehouden.

P.S.: Heel Europa heeft van zich laten horen: Bayern München, Real Madrid, Barcelona, de Hollandse clubs en alle leden van ECA (European Club Association) waar hij in het bestuur zit. Joan Laporta (president van FC Barcelona) heeft hem persoonlijk opgebeld. Ze belden om hem te zeggen: We fight with you. (Knack)

Zou ik dan toch een klein beetje jaloers zijn.

HOOP - JEAN-PAUL MULDERS

"Sommige plannen kunnen niet wachten", lees ik op PC Banking van Fortis, waar ik ondanks al het slechte nieuws nog altijd klant ben. "Realiseer ze met het ballonkrediet." Ballonkrediet, de ironie van het woord. Waarschijnlijk bedacht lang voor de crisis losbarstte. Of anders heeft de uitvinder van dit fijne productje de afgelopen zes maanden in een ondergrondse bankkluis opgesloten gezeten.

Het blijft nog altijd onwezenlijk, dat het ooit zo solide Fortis tegenwoordig de kredietwaardigheid heeft van rommel. En elke dag komen er economische onheilstijdingen bij, van het slag dat je een halfjaar geleden nog in het dolhuis had doen belanden als je ze hardop durfde voorspellen. "General Motors overweegt bankroet." "Verkiezing Schoonste Boerin uitgesteld door crisis."

"Begrijp jij nog alles wat er tegenwoordig aan de hand is ?" vraagt een collega. Ik moet bekennen dat zulks niet het geval is. Ergens hebben mensen met hun vette handen in de kassa gezeten, dát weet ik wel. Ze hebben de bestaanszekerheid van miljoenen scrupuleloos op de helling gezet, met wat je gerust misdaden tegen de menselijkheid mag noemen. Waar zitten de gangsters die dit mogelijk hebben gemaakt ? Ze zijn verdwenen met de noorderzon. Ze hebben zich in paleizen en limo's verschanst, waar zij met afstotelijke smakgeluiden hun onrechtmatig toegeëigende luxeprakje opschransen.

Cineast Michael Moore (die van Fahrenheit 9/11 en Bowling for Columbine) werkt aan een documentaire over de financiële crisis. Hij zoekt insiders die dapper genoeg zijn om te getuigen over wat hij "de grootste oplichterij uit de geschiedenis" noemt. Komt er ooit een proces waarop deze lieden publiekelijk zullen moeten terechtstaan, een soort financieel Neurenberg ? Erg onwaarschijnlijk. Daarvoor is dit soort misdaden te ondoorzichtig, te gelaagd en omfloerst.

In een vergruisde, bange wereld lopen wij thans met zijn allen rond. Een wereld waarin mensen een baantje bij de Staat proberen te bemachtigen en de knip op hun portefeuille houden. Die knip vind ik geeneens zo erg, ik heb altijd al verstoord staan kijken naar al te arrogant geklater van geld. Er schuilt waarheid in het cliché dat de mooiste dingen in het leven gratis zijn. Haar lach bijvoorbeeld, waarin weemoed schuilt en ook een snuifje stoutheid. Of de pocketroman die ik onlangs kocht omdat ik kaft en titel onweerstaanbaar vond : Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne. 6,98 euro voor 334 pagina's, het opwindende aroma van lijm en drukinkt inbegrepen. Een verhaal waarin je kunt schuilen voor - ik heb het uitgerekend - 0,0007 euro per zin.

Dat het met de menselijke soort niet echt iets zal worden, lijkt intussen stilaan duidelijk. We bederven onze intelligentie telkens weer met hebzucht, corruptie en kortzichtig gegrabbel. Zo delven we dapper ons eigen graf. Of zijn er toch twee soorten mensen, de asociale egoisten en de mensen van goede wil ? Je zou het haast denken, want van die laatste kom ik er dagelijks een heleboel tegen. Kunnen zij het tij nog keren ?

Soms durf ik te geloven dat het roer nog om kan, bijvoorbeeld als ik met kloppend hart zit te kijken naar een toespraak van Obama, en zie hoeveel andere mensen ook met kloppend hart naar een toespraak van Obama kijken. De man heeft charisma, een eigenschap waar je doorgaans niet veel goeds van moet verwachten. Toch is hij de eerste politicus die in mij iets doet ontvonken dat lijkt op enthousiasme, en zelfs op ontroering. Nu al lijkt Bush iets uit een verre en sinistere wereld, vol stinkende moerassen waarin met wratten overdekte schubdieren huisden.

Belangrijker dan de persoon Obama, vind ik misschien nog het waarom van zijn aantrekkingskracht. Het lijkt erop dat we stilaan met velen zijn die genoeg hebben van gesjoemel, onrechtvaardigheid en stuitend eigenbelang. Van Paris Hilton en vette bonussen. De roep naar integriteit wordt sterker.

Ondanks de economische indigestie hebben talloos veel mensen een niet te stillen honger naar hoop.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

KIM & LECTRR


www.kimkrampen.be


www.lectrr.be

CHAMPAGNE - AMÉLIE NOTHOMB - ROMAN

Vorig jaar verwende Nothomb haar lezers met het subtiele, autobiografische De verloofde van Sado. Ontroering was hier belangrijker dan panache en ze bleef langer hangen dan een treinrit. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen dit jaar: zou Amélie vuurwerk uit haar mouw schudden, een spannende strijd tussen goed en kwaad als in haar vroege romans, of werd het weer een autobiografisch pareltje?

Champagne!, de cru van dit jaar, laat in zijn eerste hoofdstuk alvast het beste vermoeden. Geen persoonlijke mijmeringen deze keer, de intrige lijkt vintage Nothomb en de held van dienst heet Baptiste Bordave.

Al is Baptiste geen held: hij bestaat nauwelijks. Hij is een kantoorklerk, die zich zonder enthousiasme ophoudt in een Parijse flat en banale dagelijkse handelingen stelt. 'Wie was ik? Die vraag was zo vaag dat niemand ze zou kunnen beantwoorden, maar zelfs als ik de kwestie op de eenvoudigste manier bekeek, kon ik niets bedenken.'

Als op een zaterdag een zekere Olaf Sildur aan de bel hangt, betekent dat zoveel als Baptistes wedergeboorte. Sildur, een rijke Zweed met motorpech, valt dood neer terwijl hij vanuit de flat probeert te telefoneren. Hij is even oud, even lang en heeft dezelfde haarkleur als Baptiste. Waarschijnlijk heeft hij zelfs een leven. Het existentieel vacuüm dat Baptiste heet, twijfelt niet: hij laat zijn dode 'ik' achter en verlaat Parijs als Olaf Sildur. Op naar een toekomst, op naar de vrijheid: 'Is vrijaf nemen van jezelf niet de meest ontspannende vakantie die er is?'

In Olafs villa in Versailles wacht Baptiste een verrassing: hij wordt er ontvangen door een serene blondine die hem voor een collega van haar man houdt en geen vragen stelt. Ze leeft op winkelen en champagne, en is als het diapositief van de vroegere Baptiste: 'Ik vind het fijn dat mijn leven, net als mijn persoon, volstrekt zinloos en gewichtloos is.' Zinloos en gewichtloos, tussen twee glazen Veuve Clicquot en een hazenslaapje in kan Baptiste daarmee leven. Hij heeft zijn zusterziel gevonden, en daarmee ook zichzelf. (De Standaard - Aude Vanlathem)

Het is zeker niet haar beste boek maar ik blijf houden van Amélie Nothomb en haar boeken verslinden. Meer nog: stel dat de kans zich voordoet om te kiezen met wie ik een lange treinreis wil maken dan twijfel ik geen moment en kies ik voor Amélie Nothomb. Ik zie me al zitten in de TGV richting Nice.

De kans is bijzonder klein, wellicht onbestaande, dat mijn wens in vervulling gaat, maar een goede tweede in de rij is Herman Brusselmans. In die droom blijf ik geloven: met de trein van Gent naar Lyon en onmiddellijk terug want reizen is niet aan Herman besteed.

PLEINVREES - TOM LANOYE



geniet op mijn banken
vergader op mij ja voetbal
betoog verlies in de massa
mekaar uit het oog -
maar geef dat ik niet
met mijzelf overschiet

kietel mijn flanken met
de rankste der skaters versier
mij met kruiden & kramen
voor uw gulzigste eters -
maar geef dat ik niet
hier alleen wortel schiet

sta op mij in de rij om
ter meest om ter langst
maar laat mij niet liggen
& vergeef mij die angst -
ik ben maar lijk gij
en gelijk ieder mens:

van mijn essentie -
de leegte - ben ik
zelf nog het bangst


gedicht voor het Thaterplein
in Antwerpen, wieg van de Vogelenmarkt.
uit: 'Stadsgedichten', 2005.

FLAT EARTH NEWS - NICK DAVIES

An award-winning reporter exposes falsehood, distortion and propaganda in the global media

"Finally I was forced to admit that I work in a corrupted profession." When award-winning journalist Nick Davies decided to break Fleet Street's unwritten rule by investigating his own colleagues, he found that the business of truth had been slowly subverted by the mass production of ignorance.

Working with a network of off-the-record sources, Davies uncovered the story of the prestigious Sunday newspaper which allowed the CIA and MI6 to plant fiction in its columns; the daily newsroom where senior reporters casually refer to 'nig nogs' and where executives routinely reject stories about black people; the respected quality paper which was so desperate for scoops that it hired a conman to set up a front company to entrap senior political figures. He found papers supporting law and order while paying cash bribes to bent detectives and hiring private investigators to steal information.

Davies names names and exposes the national news stories which turn out to be pseudo events manufactured by the PR industry and the global news stories which prove to be fiction generated by a new machinery of international propaganda.

He shows the impact of this on a world where media consumers believe a mass of stories which, in truth, are as false as the idea that the Earth is flat - from the millennium bug to the weapons of mass destruction in Iraq, tainting government policy, perverting popular belief.

He presents a new model for understanding news. With the help of researchers from Cardiff University, who ran a ground-breaking analysis of the contents and sources for our daily news, Davies found most reporters most of the time are not allowed to dig up stories or check their facts - a profession corrupted at the core.

Read All About It. The news will never look the same again.


‘Journalistiek dreigt uit te sterven’

De Britse onderzoeksjournalist Nick Davies (55) was een aantal weken geleden in Nederland om te spreken over de crisis in de journalistiek. Hij schreef vorig jaar het geruchtmakende boek Flat Earth News, over het falen van de journalistiek, die in handen is gevallen van de commercie. Davies kent vooral de Britse situatie, maar die is volgens hem exemplarisch voor de hele westerse wereld.

Hoe staat de journalistiek ervoor, een jaar na uw boek?

‘Het beroep zit in heel ernstige problemen en er is een duidelijk risico dat de journalistiek uit gaat sterven. Wat me zorgen baart, is dat mensen dat niet zien, en als ze het wel zien, dat ze niet inzien dat het gestopt moet worden.’

De journalistiek dreigt uit te sterven?

‘De journalistiek sterft uit door de commercie. De belangrijkste taak van journalisten is te proberen mensen de waarheid te vertellen. Maar keer op keer maken we verhalen die verdraaid zijn en onwaarheden bevatten, of die propaganda zijn. O, zeggen mensen dan, dat moeten jullie zeker schrijven van jullie rijke bazen. Maar dat was vroeger.

‘Het echte probleem is de nieuwe generatie krantenbazen die niet uit is op propaganda, maar op winst. Deze eigenaren hebben verschrikkelijke schade toegebracht aan de redacties. Ze hebben hun kosten verlaagd door te bezuinigen, en hun inkomsten verhoogd door steeds meer pagina’s en bijlagen te eisen.

‘Journalisten hebben dus geen tijd meer om hun werk te doen. Ze praten niet meer in het café met politieagenten en leraren. En vooral: ze hebben geen tijd meer om de feiten te checken, de basis van het vak.’

Wat betekent dat?

‘Je ziet gebeuren wat ik morele paniek noem: als de emoties bij het volk hoog oplopen, passen journalisten zich aan. Bij oorlog moeten we onze jongens steunen. Je ziet het ook bij Obama. De belangrijkste politieke vraag van dit moment is of hij echt het verschil kan maken. Het antwoord is dat we dat niet weten, maar: waarschijnlijk niet.

‘Maar The Guardian, volgens mij de beste krant ter wereld, had tien pagina’s over de inauguratie waarin geen journalistieke vraag werd gesteld. Omdat mensen alleen willen horen over hoop en verandering’.

Heeft uw boek al iets veranderd?

‘Het is een heel agressief boek geworden, omdat ik vond dat iemand eindelijk eens de waarheid moest vertellen over ons vak. Daardoor heb ik weinig kunnen nadenken over oplossingen.

‘In elk geval moeten we weer trots worden op ons vak. We moeten steun eisen van publiek en politiek. We zouden eigenlijk een soort Gay Pride moeten organiseren: wij zijn blij en trots dat we journalisten zijn!

‘Want de meeste journalisten zijn fatsoenlijke mensen, maar een paar bad guys hebben onze reputatie verknald. We moeten werken aan de wedergeboorte van het eerzame vak journalistiek.’

De kredietcrisis maakt het er niet beter op.

‘Geld is het grootste probleem. Nieuwsbedrijven kunnen zichzelf niet meer bedruipen. Eerst zijn onze lezers weggelopen, vervolgens heeft internet alles gratis gemaakt en adverteerders weggehaald. De kredietcrisis verergert die problemen.

‘Veel mensen denken dat de papieren krant verdwijnt, wat geweldig scheelt in de kosten. Maar kunnen we dan genoeg geld verdienen op internet? We moeten een nieuw verdienmodel vinden, maar ik weet ook nog niet hoe.’

Keren lezers en adverteerders terug als kranten beter worden?

‘De lezers wellicht wel. De website van The Guardian trekt maandelijks 26 miljoen bezoekers, onder wie 10 miljoen Amerikanen. Die vertrouwen hun eigen media niet meer, vooral door Irak. Die willen geen junk news meer, die willen het echte werk. Dat is hoopgevend.’

Helpt staatssteun, of moeten kranten dat niet willen?

‘Ik zou geld aannemen van iedereen, op twee voorwaarden: geen bemoeienis met de inhoud en geen eisen dat redacties nog verder moeten inkrimpen. Als de overheid zo een fonds kan opzetten, waarom niet?

‘Ik vrees alleen dat het er niet van komt zolang journalisten worden gezien als enge wezens, in plaats van fatsoenlijke mensen die hun werk goed willen doen, maar daar geen kans voor krijgen.’ Wilco Dekker (de Volkskrant)

Het boek is te koop bij Bol.com voor € 11,99 en bij FNAC voor € 14,85

CLAUDE FRANCOIS - 1939-1978




Bij zijn dood, op 11 maart 1978, had de dan 39-jarige Claude François 35 miljoen platen verkocht. Eind december 2007 stond de teller op 62 miljoen, zo becijferde de Franse krant Le Figaro. De ster van de man van de klassieker Alexandrie, Alexandra is dus allerminst uitgedoofd. Per jaar brengt Comme d'habitude, het nummer dat François mee componeerde en dat Paul Anka en Frank Sinatra als My way wereldberoemd maakten, alleen al één miljoen euro op.

Ik had in de jaren zeventig een boontje voor 'Les Claudettes' maar die waren voor mij uiteraard onbereikbaar. Ze laten me nog altijd niet onberoerd. Excuses voor de wat mindere beeldkwaliteit maar de muziek swingt de pan uit.

KIKKERDRIL - JEAN-PAUL MULDERS

Soms schrijf ik 's nachts, gelukkig steeds minder, want 's nachts schrijven getuigt van slapeloosheid en slapeloosheid wordt nergens ter wereld erg prettig bevonden. Prettig wordt bevonden dat je per etmaal acht uur van de aardbol tuimelt, in diepe slaap, een toestand van bewusteloosheid die doet denken aan een generale repetitie voor de dood, omringd met warme melk en kersenpitkussens.

Ik schrijf deze woorden in de stilte van een mij tamelijk onbekend appartement, waarin voorts een blanke vrouw en een halfblank kindje liggen te slapen. De kamer kijkt uit op een straat met witte lantarens en verderop een toren, die uit het landschap oprijst met de morsige vanzelfsprekendheid die past bij deze stad. Het is vier uur in de ochtend, tenminste voor mij, want voor mensen elders ter wereld is het nu alle mogelijke tijdstippen, andere seizoenen zelfs, voor sommige mensen is het nu dag en hoogzomer, iets waar wij weinig aan denken. Zo egocentrisch zijn wij en dat is goed. Mochten wij minder op onszelf gericht zijn, dan viel er op deze planeet niet te leven, verscheurd als wij voortdurend zouden worden door het verdriet van anderen, dat constant ergens broedt.

Ik denk aan rampen die mij niet zijn overkomen.

Ik denk aan vrouwen die ik nooit heb ontmoet.

Ik denk aan vergeten autoritten op zomerse dagen.

Ik denk aan vlaskapellen die ik in mijn jongste jaren op de velden heb zien staan, en die stonken op een manier die prettig kan worden genoemd.

Ik denk ook aan mijn vader, die in de eindeloze rij van voorouders het dichtst bij mij staat, maar die ik niettemin nooit anders heb gekend dan als voortvluchtig wezen. Toch lijk ik op hem, in details waar ik mij niet bewust van ben. "Het is veertig jaar geleden dat ik iemand zijn kop koffie zo zag vastpakken als jij", vertrouwde mijn veel oudere halfbroer mij onlangs toe, terwijl we sandwiches aten. "Op dezelfde, zwierige manier zwevend in de lucht, terwijl hij niet ophield enthousiast te praten. De laatste bij wie ik dat gezien heb, was onze vader."

Zelfs de manier waarop ik koffie drink, heb ik blijkbaar geërfd. Wat verder niet nog allemaal, dat ik nooit zal achterhalen ? De gewoonte bij nacht in een boekje te zitten kribbelen misschien, terwijl aan deze kant van de aardbol elk fatsoenlijk mens slaapt. Een boekje dat te mooi is om te bezoedelen bovendien, met zijn grasgroene omslag waarin een zilveren hondje is gestanst.

Mijn gedachten zijn 's nachts als een sprinkhanenplaag. Naar de verste velden zwermen zij uit. Naar de haarspeldjes waar mijn dochtertje zo verzot op is dat ik voortdurend staartjes moet maken, waarmee ze voor de spiegel paradeert, zich bewust van haar tweejarige charmes. Naar de hand van mijn grootmoeder, waarvan de vingernagels door een verzorgster in het rusthuis rood werden gelakt, zodat zij zich meisje kon voelen, nog even, voor het graf. Koketterie aan het uiterste begin en aan het uiterste einde van het leven : ze vloeien in elkaar over in de donkere koortsigheid van de nacht. Zo anders dan in het scheidende, onwelvoeglijke licht van overdag.

Diep onder mij, voor het kruispunt, stopt een vrachtwagen waarop in vier talen het woord gevogelte staat. Ik prijs mij gelukkig geen gevogelte te zijn, want dat had ook gekund, natuurlijk. Tevreden met mijn menselijke gedaante ga ik proberen nog wat slaap bijeen te harken. Ik hoop te dromen van luchtkastelen, van elegante voeten en van ginkgobomen die praten. Recent pas kwam ik erachter dat er mannelijke en vrouwelijke bomen bestaan. We reizen om te leren en saai is het tot dusver nooit geworden. Daar heeft het leven mij, of ik het leven, de kans niet toe gegeven.

Toch zou ik soms iets anders willen zijn. Een suikereekhoorn bijvoorbeeld, of de vleesgeworden lankmoedigheid. Of gewoon zo'n vent die rookt in de auto - om dan tijdens het rijden nonchalant het raampje te laten zakken en mijn peuk vonkend tegen het asfalt te gooien.

Ik denk aan dikkopjes en kikkerdril, voor het eerst in vele jaren.

THE GROUP EUROPEANS SUPPORT GAZA AND CBS




During Israel's war on Gaza we launched a campaign to end the media blackout and that journalists expose Israel's crimes and apartheid. Thousands of supporters used our website to contact the presidents of big Media calling for better coverage. The campaign got their attention and some journalist have positively responded to our collective pressure.

On Sunday, January 25, CBS 60 Minutes aired an amazing segment exposing Israel's apartheid against Palestinians. The piece is by Senior CBS Foreign Correspondent Bob Simon, who is Jewish living outside Tel-Aviv and produced by Robert G, Anderson.

Ontluisterend!!!

KIM & LECTRR



I'M YOUR MAN - LEONARD COHEN


STEEK - LEONARD NOLENS



Wij liggen uitgepraat met onze hoofden
Naast elkaar gekeerd.
Ik leg een sjaal van shantoengzijde
Over haar gezicht.
Haar blik verdraagt geen hevig middaglicht.

Ik pak mijn riem en snoer haar borsten in.
Ik span haar tepels op
Tot ze gaan zwellen, klem ze tussen wijs-
En middenvinger, slijp ze
Lang en zachtjes met de nagel van mijn duim.

Ik vlij haar rechterbeen over mijn linkerzij
En streel de natte bloedkop
Van haar vulva met mijn knie, zij gonst
En mag niets doen vandaag.
Ik wil haar in de verte blind en schreeuwend

Horen komen straks, alleen, alleen en wild
Schreeuwend en blind en van ver
Als kwam zij zonder ons opnieuw ter wereld.
Ik steek. En snokkend rukt zij de sjaal
Van haar gezicht en gooit me van zich af.

(Uit: Een fractie van een kus, Leonard Nolens - Querido’s Uitgeverij BV, 2007)

PURPLE AND BROWN



Purple and Brown zijn de hoofdrolspelers in korte filmpjes die in Nederland en Belgie op TV worden uitgezonden door Nickelodeon. Ook in Amerika en Engeland zijn ze razend populair. De filmpjes worden niet getekend of met de computer gemodelleerd, maar gemaakt van klei: klei animatie! Waarschijnlijk zul je ChickenRun en Wallace and Gromit wel kennen, deze (klei) animatiefilms komen van dezelfde makers als Purple and Brown.

Purple and Brown is a short on Nickelodeon Network. The series is animated using “Claymation”: stopmotion with clay. Its storylines are usually random and are composed for the purpose of amusement. It is popular in the UK and has recently become more so in the United States and the Netherlands. Purple and Brown is about two buddies made out of clay. The dynamic duo has a trademark giggle which is the hallmark of the show. In one short, it is suggested that each of them are married. Purple and Brown is a creation of Aardman Studios, who are more widely known for animating Wallace and Gromit. (bron)

Met dank aan Luc Cromheecke

DANS DANS DANS - HARUKI MURAKAMI - ROMAN

‘Er gaat iets onweerstaanbaars uit van zijn werk, iets bedwelmends en meeslepends: val je voor hem, dan ben je gesjochten, want dan moet ineens dringend alles van hem gelezen worden.’ – de Volkskrant

Vier jaar na Murakami’s Jacht op het verloren schaap lokken vreemde dromen onze held terug naar het Dolfijnenhotel. Een weerzien met de mysterieuze Schaapman leidt tot bizarre ontmoetingen met een aantrekkelijke maar nerveuze receptioniste, een eenarmige Amerikaanse dichter, een nukkig tienermeisje, een gefrustreerde acteur, een betoverende callgirl en een zelfvoldane schrijver (Hiraku Makimura!).Dan is er nog Michael Jackson als Abessijnse prins en Boy George die uit de hemel neerdaalt. Hoe zijn ze allemaal met elkaar verbonden? En waarom vallen er steeds meer dodelijke slachtoffers? Flirten met de grens tussen droom en werkelijkheid, de zoektocht naar menselijk contact in de hyperkapitalistische maatschappij en vlijmscherpe muzikale analyses vormen de ingrediënten van deze roman, die Haruki Murakami, naar eigen zeggen, de leukste vond om te schrijven. Blijven dansen, zolang de muziek speelt.

'Een vermakelijk, intrigerend boek. Als lezer moet je lachen om de vele geestige passages en bewonderend knikken vanwege knappe formuleringen.' -
Elsevier

'De kunst van Murakami bestaat er onder meer uit dat hij de situaties juist heel precies en met de nodige uitweidingen beschrijft. Muziek neemt in Dans dans dans een belangrijke plaats in, veel pop- en jazzliedjes worden beluisterd en vaak ook beoordeeld. [...] Atlas heeft inmiddels elf boeken van hem in vertaling uitgebracht. [...] Geleidelijk wordt zo zijn hele wereldbeeld in het Nederlands zichtbaar. Dat is mooi, want wie eenmaal begint, zal vaak ook de andere boeken willen lezen. Anders dan zijn voorgangers van driekwart eeuw geleden schetst Murakami ook een minitieus portret van de tijd waarin hij leeft. In zijn - inmiddels monumentale - oeuvre wordt het leven van nu geboekstaafd, met alle ongewisheden vandien.' - de Volkskrant

'De verhalen van Murakami moet je niet proberen te begrijpen, je moet ze op je in laten werken, ervan genieten zoals je geniet van een aquarium vol bontgekleurde tropische vissen. […] Hij is grappig en tegelijkertijd diepzinnig en levert op een terloopse manier commentaar op de wereld die ons omringt.' – Noord-Hollands dagblad

'Geen schrijver weet het alledaagse - een biertje, koken, een beetje rondsjokken - zo lezenswaardig te houden. En ja, het gezelschap voelt vertrouwd. Gebeurt er iets, dan is het meteen opmerkelijk genoeg om de pagina's te blijven omslaan.' - NRC Handelsblad

Is het omdat we generatiegenoten zijn dat het voor mij zo herkenbaar is? Murakami is een fascinerende auteur die een enorme levenswijsheid uitstraalt. Ik heb geen tijd te verliezen, op naar de volgende Murakami, De opwindvogelkronieken, een turf van meer dan negenhonderd pagina’s. Ik denk een maand leesplezier.

GEEN ALBERKES - JEAN-PAUL MULDERS

Zo kan het gebeuren dat je vijfentwintig jaar aan iets niet gedacht hebt, aan een persoon of een minieme gebeurtenis, en opeens komt die weer in je kop naar boven, zo tastbaar dat ze daar als gebeeldhouwd staat in de expozaal van je herinneringen, niet bedekt met het stof van honderd miljoen hartslagen.

Dat kan de genaamde F.S. zijn, die klompvoeten had en je aan platte kaas deed denken, en die je op school natuurlijk meed, bang als je was dat zijn handicap op jou zou afstralen, waar je je nu retroactief voor schaamt. Het is wijs om op te trekken met de sterkste dieren van het bos, en laf.
Het kan een meisje zijn dat je gekust hebt, zovele jaren geleden op de bamba, ook wel zwijnenkeuring genoemd (zou dat nog bestaan ?). Het kan het gammele pannetje zijn waarin je peter vette derms opwarmde, je absolute lievelingsgerecht dat je sindsdien niet meer hebt gegeten en waar je nu waarschijnlijk van zou walgen.

Soms zijn het vreemdere dingen die in je hoofd opwellen, uit die sterfput van voorbije dagen. De kartonnen bril bijvoorbeeld, die in je lagere- schooltijd verkocht werd en waarmee je zogezegd door kleren heen kon kijken. Je hebt er nooit een gehad, hem zelfs niet één keer op kunnen zetten, maar van de gedachte alleen al om door kleren van vrouwen te kunnen kijken ging op je achtste een broeierigheid uit die je later nog maar zelden zou ervaren. Die bril werkte niet, ongetwijfeld, maar heeft indruk genoeg gemaakt om meer dan een kwarteeuw later nog in je hersens geëtst te staan, zoals trouwens de hele atmosfeer van die dagen. The grass was greener. The light was brighter. The taste was sweeter.

Tegenwoordig trek ik op met mensen die jong zijn en heel aardig maar die Pink Floyd niet meer kennen of zelfs Brezjnev, om maar iets te zeggen. Ik neem daar kennis van en ik maal er niet om. Ik begin het zelfs charmant te vinden want geef toe : erg sexy kun je Brezjnev kennen niet noemen. Hoe verder ik opschuif, hoe minder belangrijk ik kennis en ervaring lijk te vinden en hoe meer ik opkijk naar pure, onbezonnen en soms ronduit domme jeugd, niet bezoedeld door feitelijkheden zoals VDB of Watergate. Zou dat de midlifecrisis zijn ? Ik durf alvast geen motorfiets te kopen, bang als ik ben dat hij met ronkende motor in dàt hoekje zal worden geparkeerd.

Gelukkig is er nog de gretigheid, die in uitbundige hoeveelheden aanwezig blijft. Gretigheid is belangrijk, want zonder dat kun je net zo goed in je zetel naar het duisteren der dagen zitten kijken, en naar het afbleken van de nachten dat daar telkens weer op volgt en maar doorgaat en doorgaat, met een wreedheid die met geen pen valt te beschrijven.

Zolang ik gretig ben, is er hoop. Zolang ik zie wat mooi is en mijn afkeer van grijsheid behoud. Zolang ik in het postkantoor zegels durf te vragen die "geen Alberkes" zijn. Ik heb de pest aan Alberkes, los van politieke overtuiging. Er zijn zoveel mooie dingen om op postzegels te zetten (oude vliegtuigen en keukenapparaten, om te zwijgen van etnische schoonheden die arrogant naar de Kilimandjaro staren) dat je daar toch geen dorre koning voor kiest die mij doet denken aan tijden van lijfeigenen en laten.

Ze kijken wel eens raar, aan het loket, als ik uitdrukkelijk "geen Alberkes" durf te vragen. Eén keer kreeg ik het aan de stok met een vent die royalistisch was. Ik gebruik nu zegels van de smurfen. Ze zijn zelfklevend en doen mij me een beetje kinderachtig voelen als ik er een van gebruik. Gargamel dat gaat nog maar Brilsmurf en de Smurfin, dat loopt de spuigaten uit. En tóch nog beter dan Alberkes.

Tegenwoordig heb je zelfs de kans om je eigen, persoonlijke postzegels te laten drukken. Zo kreeg ik er cadeau met de beeltenis van mijn dochtertje erop. Ik durf ze niet gebruiken maar moet wel glimlachen telkens als ik ze aan het prikbord in mijn schrijfhok zie hangen. Ze staat er mooi op, zo wit en elfjesachtig. Zo verstandig en vol goede intenties dat geen sterveling zou geloven dat zij de vrucht van mijn lendenen is.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

KIM & LECTRR


www.kimkrampen.be



www.lectrr.be

FACEBOOK - GESEL OF ZEGEN?



Ik kreeg vanmorgen een uitnodiging in mijn mailbox om mij aan te sluiten bij een groep op facebook die protesteert tegen het feit dat vanaf 1 januari 2010 zou moeten betaald worden om gebruik te maken van het sociaal netwerk.

Het is nu een aantal maanden dat ik deel uitmaak van het wereldwijde netwerk, tijd om een balans op te maken. In het begin was ik heel enthousiast, je weet wel 'nieuwe bezems' etc... Ik leerde 'leuke' mensen kennen, mannen en vrouwen. Er was een 'vriend' die langs zijn neus voorstelde een meeting te organiseren. Ik sprong erop als een bok op een geit en er waren nog een paar mensen die mijn enthousiasme deelden. Ik stelde zelf voor alles te organiseren. Ik zag het helemaal zitten, een geschikte locatie zoeken (ik dacht in Gent) en wat randanimatie (ik had al een klein optreden van een of andere artiest in gedachten). Het initiatief is even vlug afgevoerd als het was opgekomen, misschien maar best ook.

Ik herinner mij een ook een voorvalletje: ik had gereageerd op een stelling van een 'vriendin', heel onschuldig en zonder enige bijbedoeling. Toch schoot mijn reactie in het verkeerde keelgat en er ontspon zich een hele woordenwisseling. Verschillende leden mengden zich in de discussie. Ik sloofde mij uit om te leggen dat alles op een misverstand berustte. Ik denk dat het mij gelukt is want de vrouw in kwestie heeft me niet van haar vriendenlijst geschrapt. Ik ben er blij om.

Waar ik eigenlijk naar toe wil is het feit dat ik een paar uur na de discussie een berichtje kreeg van een andere 'vriendin' die mij liet weten dat ze vond dat ik te hard was aangepakt. Het was hartverwarmend en heel persoonlijk. Er volgden nog een paar vertrouwelijke mails die deugd deden en ik kreeg het gevoel dat we echte vrienden waren. Het gebeurt me wel meer dat mensen (vooral vrouwen) me heel persoonlijke zaken toevertrouwen zoals spaak gelopen relaties en levensbedreigende ziektes. Ik kan goed luisteren maar besef wel dat ik verder niet veel kan doen voor die mensen.

Toch ben ik overtuigd dat je echte vrienden kunt maken op Facebook. Vorige week liet een vriend, ik heb hem nog nooit gezien, me het volgende weten: "Overigens blij je te leren kennen. Het is me nog maar weinig gebeurd dat het zo snel 'virtueel' klikt bij mij." en hij nodigde mij prompt uit om samen bij hem te gaan barbecueën op de eerste warmte lentedag. Voor mij is dat een moment om te koesteren.

Soms is facebook niet bevorderlijk voor mijn gemoedsrust. Het houdt me teveel bezig en de verwachtingen zijn nu en dan niet realistisch. De vraag was: zou ik ervoor betalen? Ik denk het niet.

VERDWAALD LIEDJE - HUGO CLAUS

De mens dat arme beest
hij is er en hij is er geweest
Hij rent door alle landen
tot hij geen asem heeft
En als hij neervalt is hij bang
en bidt en blaft en beeft

Daarom heeft hij de goden uitgevonden
daarom heeft hij torens opgericht
waar de goden mogen wonen
in een eeuwig licht

De mens dat arme beest
dat vraagt en vrijt en vreest
in de schaduw van de torens
En ik ben de kleine bruid
van het goede en het broze
Ik maai het onkuid
en ik maai de rozen

Ik hoor de mensen dromen
Amaai zijn dat seringen die ik ruik
of groeit het gras al op mijn buik?

En ik, godin van de nacht
omhels het jonge kind en de oude kraai
zeer zacht onder de torens
amaai amaai amaai.

uit: 'De groeten', 2002.

RIMSKY KORSAKOV - SHEHERAZADE




Korsakov stamde uit een aristocratische familie van Tichwin in Novgorod. Hij werd er op 18 maart 1844 geboren. Toen al heel vlug bleek dat hij muzikaal erg begaafd was, waren zijn ouders er als de kippen bij om voor hem een eerbaarder loopbaan uit te stippelen: een carrière als marine-officier was voor hem weggelegd.

Het is wel merkwaardig te noemen dat de Russische nationale componisten allen als musicus eigenlijk de amateursstatus genoten: alleen Balakirev was allround musicus. Moessorgsky was eerst officier en daarna ambtenaar; Borodin dokter, professor in de scheikunde en staatsraad; Cui ingenieur en genie-officier. Rimski-Korsakov zag echter de kans naast zijn studies aan de Marineschool van Sint-Petersburg tevens in het geheim cello te studeren. Zijn clandestiene leraar bracht hem in contact met Balakirev. Op die manier behoorde hij plots tot het "machtige hoopje" op een ogenblik waarop hijzelf nog alles van het vak te leren had. Zijn eerste symfonie, overigens de allereerste symfonie van Rusland, componeerde hij zonder noties van contrapunt of harmonieleer. Pas als hij compositieleraar aan het nieuwe Conservatorium van Sint-Petersburg werd en merkte dat hij zelf nog alles te leren had, ging hij de boeken van Cherubini, Bellermann en Tschaikovsky doornemen. Ook ging hij allerlei werken die vaak veel belangrijker waren dan de zijne, bewerken.

Zijn grootste slachtoffer werd de origineelste van de groep, Moessorgsky, met wie hij een tijdje samenwoonde. Rimski-Korsakov was dirigent van verschillende operagezelschappen en trad ook in het buitenland op als gastdirigent. Hij verliet de marine, en omdat hij voor meer zelfstandigheid van het Conservatorium pleitte, werd hij ontslagen. Als die autonomie er dan toch komt, neemt directeur Glazunov (een oudleerling) hem terug in dienst.

Geregeld had hij last van acute angina pectoris. Hij stierf bij een van die crisissen op zijn landgoed Ljubensk bij Sint-Peterusburg op 21 juni 1908. (Componisten.net)

UIT DE BOL!



Ik moet dringend een stukje publiceren van eigen makelij. Het is drie weken geleden, ik heb het even nagekeken. Ik heb iedere dag ideeën maar het is zwoegen om ze op papier te krijgen. Wat is de verdienste van een blog als die maar een 'samenraapsel' is van het werk van anderen. Dat kan iedereen.

Ik word ook constant geconfronteerd met mijn beperkingen, heb het idee dat ik altijd aan hetzelfde been zit te knagen en de mensen een geweten wil schoppen. (ik las ergens: 'de mensen schoppen tot ze een geweten krijgen') Wie zit daar op te wachten?


Ik ben geen fuifnummer en zal het nooit worden. Ik hou van kleine gezelschappen, samen iets gaan drinken of eten. De gezelligheid van tafelen kan evengoed thuis.
Op personeelsfeesten of recepties heb ik al verschillende keren meegemaakt dat een aantal mensen zo'n gelegenheid aangrijpt om eens flink uit de bol te gaan. Geen probleem voor mij. Iedereen amuseert zich op zijn eigen manier. Als ik zin heb om de hele avond op mijn stoel te blijven zitten neem daar alstublieft geen aanstoot aan.

Wel sommigen kunnen het toch niet laten zich te ergeren aan mijn manier van 'amuseren'. Zo is het eens voorgevallen op een feest, dat na een toiletbezoek mijn stoel bezet was door een jonge vrouwelijke collega. Eerst stond ik daar een paar minuten wat onwennig te wachten tot ze plaats zou ruimen maar dat gebeurde niet. De rest van het gezelschap begon me plots luidop aan te moedigen om op haar schoot te gaan zitten. Onder druk van zoveel enthousiasme bezweek ik en ging voorzichtig neerzitten op haar welgevormde dijen. Ze voelde vrijwel onmiddellijk mijn gekrispeerde houding aan en probeerde me gerust te stellen met de woorden: 'Marc je hoeft niet zo gespannen te zijn, laat je toch eens gaan!'


Wel dit is net het punt: wat is dat 'je laten gaan'? Ik wou alleen mijn stoel terug en zou zelf wel beslissen wanneer ik nood had om op iemand zijn schoot te gaan zitten.
Een beetje later was het weer prijs. De helft van de aanwezigheden was zich aan het uitleven op de dansvloer toen een andere vrouwelijke collega naar mijn tafel kwam en haar glas water over me uitkieperde. Ze keek me aan met een blik van 'gij saaie Piet wat zit jij daar eigenlijk te doen'! Een ezel als ik kijkt dan verbouwereerd en blijft uit beleefdheid zitten. Het eerste wat ik dan denk is dat het aan mij ligt, ik kan niet meedoen en ben te geremd. Ik vraag me af of zo'n dingen alleen mij overkomen.

CORDON MÉDIATHIQUE - JEAN-PAUL MULDERS


Het nieuws bereikte mij op een miezerige, verregende dag. Het raakte mij persoonlijk, misschien omdat ik nog in Dendermonde heb gewoond en sinds kort ben wat soms kneuterig 'een papa' wordt genoemd. Ik kreeg last van het gamma emotionele symptomen dat ik ongaarne voel, omdat ik toch nog een beetje opgevoed ben met de idee dat echte mannen robots behoren te zijn, die zich bij voorkeur met ponskaarten uiten.

Toen rinkelde de telefoon. Aan de lijn hing een vriendin die ik al twintig jaar ken. Het nichtje van haar dochter, vertelde zij snikkend, verbleef in die bewuste crèche Fabeltjesland - een naam zo typerend voor het sarcasme waarop het noodlot een patent lijkt te hebben.

Of Zoë nog leefde, wist zij niet. Zij vroeg zich af of zij de onheilstijding al aan haar dertienjarige dochter moest overbrengen, die boven ziek te bed lag. "Eerst naar die noodlijn bellen", adviseerde ik haar, met de koelbloedigheid die een mens in dergelijke situaties kan hebben. "Het heeft geen zin je dochter in de onzekerheid te betrekken. Probeer eerst te weten te komen hoe het met Zoë is gesteld.

Gezien de omstandigheden bleek dat nog mee te vallen. Het kind had een jaap van tien centimeter op haar hoofd, maar was verder levend en wel. "De dokters kunnen tegenwoordig veel", troostte ik, mij bewust van de banaliteit van mijn woorden. Maar er zijn van die momenten waarop je niet per se origineel uit de hoek moet willen komen. De rest van de dag aarzelden mijn gedachten tussen dankbaarheid omdat mijn grootmoeder dit nieuwsfeit niet meer moest beleven, en de vraag hoe ik zou reageren mocht ik de vader zijn van zo'n omgebracht kind.

Toen barstte het perscircus los. Oude schoolmakkers werden door reporters de pieren uit de neus gevraagd over nietszeggende herinneringen. Zelfs de schoenmaat wou men weten. Fotografen klommen op ladders om snapshots te maken van het interieur van de dader. Zij toonden een strijkplank en een kale kamer. Blikken experts werden opengetrokken. Dat de jongeman graag naar gothic luisterde werd belangwekkend geacht, zoals ongetwijfeld ook het merk van zijn koffiemachine. Zou dat een Senseo zijn geweest of een Nespresso ? Hadden gebruikers van de ene een grotere kans op moordzucht dan adepten van de andere ?

Van lieverlede werd het wansmakelijk. Aas voor het volk. Massahysterie. Op dergelijke dagen reken ik mijzelf ongaarne tot 'de pers'. Zoveel aandacht kregen deze sinistere gebeurtenissen - achttien pagina's in de zaterdageditie van De Standaard, om maar iets te noemen - dat ik mij afvroeg of hier niet de kiem werd gelegd voor nog meer luguber werk. Het zal elke gefrustreerde sukkel inmiddels wel duidelijk zijn : extreem en willekeurig geweld is de snelweg naar wereldroem. De dader krijgt de kans zich te ontpoppen als een ware antiheld, die dan wel zeer slecht is maar tenminste niet onbeduidend. Iemand die zich in het collectieve onbewuste nestelt en, hoe groot de afschuw ook is, in een aantal zieke breinen kan uitgroeien tot een rolmodel.

"The Joker was zijn voorbeeld." "Overal lagen bloedende baby's." "De kleine Leon stierf op mijn operatietafel." Wat voor zin heeft het hier wekenlang over te berichten ? Welk voordeel hebben plattegrondjes in kranten met "de horror van minuut tot minuut" ? De top 10 van gruwelijke drama's wereldwijd ? Zou het niet wijzer zijn zulk nieuws sober te brengen ? Ik omhels de persvrijheid, maar in gevallen als deze snak ik naar een cordon médiatique : dit vinden we afschuwelijk, dus gaan we het ook niet sappig tonen, met saignante quotes en frivool gedetoureerde beelden van instortende ouders. Al was het maar om copycats niet op ideeën te brengen. En omdat het simpelweg niet klopt alle gore details uit te smeren van wat we zo afschuwelijk vinden.

Zoë stelt het inmiddels goed, lichamelijk. Zij heeft zich bijtijds weggetrokken zodat het mes niet trof waar de dader naar mikte : haar keeltje. Volgens haar grootmoeder zwaait zij nu met speelgoed en imiteert daarmee de moordenaar.

Laten we hopen dat zij de enige is.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

KIM & LECTRR


www.kimkrampen.be


www.lectrr.be

HEBBEN EN ZIJN - ED HOORNIK



Op school stonden ze op het bord geschreven.
Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
Hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
De ene werklijkheid, de andre schijn.

Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven die dingen uitgeheven,
Vervuld worden van goddelijke pijn.

Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.

Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
Is kind worden en naar de sterren kijken,
En daarheen langzaam worden opgelicht.


uit het werk van Ed Hoornik (1910-1970)

FRANZ SCHUBERT - ARPEGGIONE SONATA - PART 1



Schubert is één der eerste oorspronkelijk Weense componisten (de grote drie "Weense klassieken" Haydn, Mozart en Beethoven waren 'geïmporteerd' uit resp. Bohemen, Salzburg en Bonn).
Op 31 januari 1797 werd hij de schaduw van deze wereldstad geboren als één der negentien kinderen (uit twee huwelijken) van een onderwijzer, die hem ook begeleidde bij zijn eerste stappen op de viool.

Zoals Haydn was ook Schubert bij de Wiener Sängerknaben; hij krijgt er harmonieleer van hofkapelmeester Salieri en mag in het schoolorkest meespelen. Andere vakken kunnen hem echter weinig boeien; en na zijn stemmutatie trekt hij eruit, temeer daar Salieri hem had aangeboden gratis verder te blijven lesgeven.

Zoals Bruckner studeert hij later voor hulponderwijzer omdat op die manier de legerdienst kan omzeild worden. Een tijdlang oefent hij die functie ook uit in de school van zijn vader.

Op zijn veertiende (in zijn zangerstijd nog) had hij zijn eerste lied geschreven ("Hagars Klage"), en al vlug volgden de eerste strijkkwartetten en symfonieën. Alleen op die manier is het verklaarbaar dat hij op zijn zeventien liederen als "Gretchen am Spinnrade" en op zijn achttien "Erlkönig" heeft kunnen componeren.

Zijn materiële levensomstandigheden waren ver van schitterend, maar Schubert deed ook nooit een ernstige poging om daarin met een vaste betrekking verbetering te brengen: zowel een functie als muziekleraar in Ljubljana, als een vaste betrekking bij Esterhazy en een hoforganistenpost liet hij aan zich voorbijgaan.

Hij leerde met weinig tevreden te zijn en omringde zich met een groepje vaste vrienden w.o. de dichter Franz Schober, de zanger Johann Vogl en de schilders Kupelwiesen en von Schwund.

's Ochtends componeerde hij steevast van zes tot één, 's namiddags gaf hij privé-lessen en 's avonds vertoefde hij met zijn vrienden op café, waar gemusiceerd werd (de zgn. Schubertiaden). Voor zijn composities kreeg hij nooit veel meer dan een bedelprijs. Hij krijgt steeds meer last met zijn gezondheid, en na een lange doodstrijd sterft hij uitgeput door allerlei infecties op 19 november 1828. (Componisten.net)

GRIJZE ZIELEN - PHILIPPE CLAUDEL - ROMAN

Philippe Claudel (Dombasie-sur-Meurthe,1962) schrijft romans, verhalen en scenario's. Voor zijn romans Meuse l'oubli, Quelques-uns des cent regrets, J'abandonne en Le bruit des trousseaux ontving hij al diverse literaire onderscheidingen, waaronder de Prix Marcel Pagnoi, de Feuille d'or en de Prix France Télévision. Zijn verhalenbundel Les petites mecaniques werd in 2003 onderscheiden met de Prix Goncourt voor verhalen. Zijn roman Grijze zielen betekende zijn doorbraak naar het grote publiek. Het boek werd genomineerd voor alle belangrijke literaire prijzen en onderscheiden met de prestigieuze literaire Prix Renaudot. De Franse boekhandelaars, die er zo'n 250.000 exemplaren van verkochten, verkozen het tot boek van het jaar.
Het verslag van Brodeck is zijn nieuwste roman, die werd genomineerd voor de Prix Goncourt en de Prix Goncourt des Lycéens won.

Op een ijzige dag in 1917 wordt het gewurgde lichaam gevonden van de mooie tienjarige Belle de jour. Jaren later blikt een politieagent uit het Franse stadje terug op deze nooit opgehelderde moord, die ook zijn eigen leven ingrijpend heeft veranderd. In deze meesterlijk opgebouwde roman vol ingehouden emotie laat Philippe Claudel zien hoe snijdend de pijn om de dood van een geliefde is, en hoe grijs het schemergebied tussen goed en kwaad. Hij ontleedt het menselijk falen met de genadeloze scherpte van Dostojevski, maar laat tegelijkertijd een tedere, melancholieke gloed oplichten die ook kenmerkend is voor het werk van Konrád. Grijze zielen verrast en intrigeert tot de laatste pagina. 'Een prachtige roman zoals je ze niet meer leest, zoals men ze niet meer schrijft. (De Bezige Bij)

Wat een schrijver!'. Le Nouvel Observateur 'Claudel schrijft met een scalpeermes en legt de zielen bloot die onder de huid schuilgaan. Hij raakt ze aan, graaft ze uit en houdt ze tegen het licht.' L'Express 'Een magistrale roman van een echte kunstenaar.' Le Monde

MOLSLOT - JEAN-PAUL MULDERS


Dit zijn de dagen van de opslorpende meisjes. In romans bedoel ik vanzelfsprekend, want in het echte leven kom ik opslorpende meisjes zelden tegen.

Het begon met Dood meisje van Geerten Meijsing, een vernietigend liefdesverhaal met als hoofdpersonages een piepjonge callgirl en een professor op zijn retour. Lang heb ik gewacht het te lezen, omdat ik Dood meisje zo'n onprettige titel vond en omdat die Geerten Meijsing op het achterplat het soort zijden sjaaltje droeg dat ik altijd verwijfd heb gevonden. Dat kan mij de lust ontnemen een boek te lezen, zo'n vooringenomen parkeend ben ik wel.

Toch beviel die roman mij. Toen ik hem wat aangedaan had dichtgeslagen, schakelde ik over op een andere titel die ik al te lang meed, en waarin nog meer levensgevaarlijke vrouwelijkheid op de loer lag : Het ongrijpbare meisje van Mario Vargas Llosa. Tegen die schrijver had ik ook al bezwaren, omdat zijn naam te geleedpotig was en mij deed denken aan fruitsap van Looza, dat ik soms koop in het naftastation aan de snelweg. Ik hou van naftastations aan de snelweg. Omdat ze een belofte van reizen en avontuur inhouden wellicht, al moet je de kauwgom die je er koopt altijd zo onnozel in de hoogte houden, de barcode gericht naar de m/v achter de wand van gewapend glas, zodat die ze kan scannen zonder gevaar te worden overvallen. Ik hou niet van dat sfeertje.

Maar goed, er is wel meer waar ik niet van hou en ik was aanbeland bij Het ongrijpbare meisje : het relaas van een zo mogelijk nog verwoestender liefdesaffaire. Het verhaal van een wat sullige tolk die zo verslingerd raakte aan een Peruaanse schone met 'donkerhoningkleurige' ogen dat hij haar de vloer liet aanvegen met hem, decennialang en op diverse continenten. Telkens weer dook zij op en wond hem rond haar vinger om er vervolgens vandoor te gaan met een ander, die rijker, gewiekster of gewoonweg een grotere smeerlap was. "Vertel mij nog een van je banaliteiten, brave jongen", placht dat meisje te zeggen, als de arme tolk haar in lyrische bewoordingen weer eens zijn eeuwige liefde had verklaard. Ik kreeg medelijden. Ik wou hem bij de schouders pakken, hem eens goed dooreenschudden en roepen : "Stop daar toch mee. Wees een man !" Maar zoiets werkt niet bij romanfiguren, evenmin trouwens als in het echte leven. Bovendien vond ik het wel prettig de navrante belevenissen te vernemen van iemand die zich nog gretiger door de liefde bij de neus liet nemen.

Ik had iets aan die boeken over onmogelijke meisjes. Zij brachten mij tot rust en herinnerden mij eraan dat lezen een van de dingen is die mij in dit leven het meeste plezier hebben verschaft. Mocht ik vijf activiteiten in een deathproof capsule naar het hiernamaals kunnen meenemen, dan zou lezen er een van zijn, met het vinden van de liefde als verdienstelijke tweede. Over de resterende drie zou ik nog eens goed moeten nadenken, maar het luisteren naar reclamespotjes voor de website Hebbes ! zou er waarschijnlijk niet bij zijn. Het verorberen van een spiegelei vergezeld van koffie en een dikke bruine boterham, besmeerd met echte boter, maakt dan wél weer kans.

Dit zijn gelukkig niet alleen de dagen van de opslorpende meisjes in romans. Het zijn ook de dagen waarop Barack Obama aan de macht kwam in Amerika. Uit nieuwsgierigheid heb ik zijn achternaam eens gegoogeld, wat ik - het heeft iets dwangmatigs - met de meest uiteenlopende dingen doe. Dat Obama beter scoort dan pakweg het mooie woord molslot zal geen verbazing wekken. Maar toch : 262 miljoen treffers, dat is meer dan Napoleon, Picasso, Einstein, Jezus, Lennon, Allah én Sam Gooris samen. Alleen God doet beter, met 496 miljoen hits, wat erop wijst dat Obama nu toch echt wel de proporties aanneemt van een rokende messias.

Wat een mooi verhaal. En welk een druk rust er op die man zijn schouders. Als ik op dit moment iemand liever niet zou zijn, dan is het wel die nieuwe verlosser die ons van de rampspoed kan bevrijden en de wereld haar toekomst terug moet geven.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

KIM & LECTRR

IK WOU DAT IK TWEE BURGERS WAS (DAN KON IK SAMENLEVEN) - RAMSEY NASR


en dit is mijn gedicht, komt u binnen
let niet op de galm, wees niet bang
laat ons beginnen in leegte
welkom in mijn krater van licht

ooit kwamen wij samen, u en ik, weet u nog
koel leefden wij op in de glans van een roemer
onze schaduwen als helder kristal
onze roem even terloops als de lichtval
op de brief van een windstille vrouw

goudbestoft waren wij
bleek, bijna doorschijnend van liefde waren wij
wij loken de ogen voor de ander

en wij hielden van boetedoen
vroeg iemand hoe het met ons ging
dan zeiden we naar waarheid
we schamen ons kapot, meneer
wij waren er heilig van overtuigd
dat wij ooit onze bloedeigen heer
zelf met gesels ineengeslagen
en op eigen houtje gekruisigd hadden
de apocalyps stond bij voorbaat
als straf op ons netvlies gebrand

en wat is er gebeurd in die paar eeuwen
dat wij even de andere kant opkeken?

ik wilde u graag een vaderland tonen
vormvast, zuiver en met volgehouden metaforen
een gedicht kneden over ons, maar toen ik begon
moest ik toezien hoe hier het ene volk
het andere spontaan begon te vagen
als twee onverenigbare republieken

hoe kwamen wij zo snel van nietig tot lomp
van weerschijn tot alomaanwezige schreeuwhomp?
hoe kon uit zuinige rupsen dit hummervolk opstaan?

ze zeggen: omdat god verdween - onze vader
had besloten nog wat onzichtbaarder te worden
dan hij al was, kijken of dat kon, nee dat kon niet
weg was god
en in dit stilleven met grote afwezige
stonden nu de verbijsterde nederlanden
hun monden nog vol van vergankelijkheid
vol wuftheid en alom gewaardeerd doodsverlangen

al hun ijdelheid was ijdelheid gebleken
al hun schijn, hun gekoesterde slijk, heel dit spiegelpaleis
dat men ooit voor oneindigheid hield
werd nu voorgoed onbewoonbaar verklaard
je hoorde de rijp op hun zielen kraken

en uit dat gat – daar werden wij geboren
kevin, ramsey, dunya, dagmar, roman en charity
als bij toverslag kwamen wij tevoorschijn
bungeejumpend, met oranje opblaashamers
gillend en krijsend en antidepressief
of zwijgend voor een breezer gegangbangd
welkom in nederland vakantieland

ja dat krijg je ervan, dit volk houdt men over
wanneer je de schuld uit ons lijf ramt
we vullen de holte met glimmende leegte

tussen psalmenzangers en pillenslikkers
tussen het goud en het blingbling
vond ik een land dat werd opgeheven

dit land is de wraak van de voorvaderen
als een beeldenstorm razen zij in ons voort
maar het bestaat – zoals ook het verband
tussen kinderstring en boerka bestaat
tussen karnemelk en comazuipen: hol en bol
schuiven wij onze eeuwen ineen

elkaar opheffen is onze kracht
wij streven van nature naar leegte
zoals een cycloop naar diepte snakt

ziet u, een vaderland wilde ik u tonen
niet deze woestijn van oneindige vrijheid
maar hier wonen wij, en hoe mooi zou het zijn
als iemand ooit als een tweedehands godheid
rijm voor rijm een land zou bouwen
voor dit volk dat zijn volk mist

hier, in de open kuil van onze ziel
juist hier zou iets groots kunnen worden verricht
laat ons beginnen met een gedicht


Ramsey Nasr nomineerde zich met dit gedicht
voor Dichter des Vaderlands.
Op 29 januari 2009 is hij voor vier jaar gekozen.

MAKE IT THROUGH THE NIGHT - GLADYS KNIGHT



Take the ribbon from my hair
Shake it loose and let it fall
Lay it soft against your skin
Like the shadows on the wall
Come and lay down by my side
Till the early morning light
All I'm takin' is your time
Help me make it through the night

I don't care who's right or wrong
I don't try to understand
Let the devil take tomorrow
Lord, tonight I need a friend

Yesterday is dead and gone
And tomorrow's out of sight
And it's sad to be alone
Help me make it through the night

And it's sad to be alone
Help me make it through the night
I don't wanna be alone

SLAAP ZACHT SIMBA - JEAN-PAUL MULDERS


Woensdag is het en ik loop door een ijskoude stad, mij bewust van de raarheid van het woord woensdag. De dag dat er gewoenst wordt. Jaren gebruik je het, zonder erbij stil te staan, en opeens zeg je het honderd keer na elkaar, tot het geen woensdag meer is maar dagwoens wordt, op zich niet eens zoveel eigenaardiger. De woensdag is nog altijd een beetje mijn lievelingsdag, een voorkeur die waarschijnlijk teruggaat tot de lagere school, toen we op woensdagmiddag naar huis mochten. Zo'n halve vrije dag was prettiger dan een hele, al was het maar omdat je er in de voormiddag naar kon zitten verlangen. Het verlangen is, zoals bekend, vaak aangenamer dan de vervulling ervan.

Op deze woensdag ga ik een kerk binnen, wat ik wel vaker doe, om er stilte te vinden en gekuch dat opklautert tegen gewelven. Vandaag is er iets speciaals aan de hand. Tientallen schoolmeisjes repeteren voor het altaar, een koor dat hemels klinkt. " You're my only hope", zingen zij als sijsjes. De magie wordt verstoord door de opmerkingen van een leraar. "Allez komaan, actie", hoor ik hem krassen. "Ik zie hier en daar nog herkauwers. Wil je wel eens zorgen dat die kauwgum gauw verdwijnt ?"

Herkauwers. Some things will never change. Krek hetzelfde flauwe grapje maakten ze al in mijn eigen schooltijd. Geplaagd door de overtollige aanwezigheid van mensen wijk ik uit naar een zijbeuk, waar Maria smartelijk de ogen ten hemel slaat, met een hart dat door liefst zeven zwaarden is doorboord. In een kapel die oosters aandoet, ligt een plaasteren christus levensgroot uitgestrekt. Bloed vloeit uit de wonde in zijn zijde, uit zijn handen en zijn voeten en zelfs uit zijn ogen, terwijl hij gewassen wordt door vier figuren die ik niet kan plaatsen. Een andere christusfiguur zit, naakt op een lendendoek na, de handen samengebonden en met zijn blote voet op een doodshoofd steunend als was het een voetbal, peinzend voor zich uit te staren. Links en rechts geflankeerd door sanseveria's.

Een vrouw knielt bij de christus en slaat devoot een kruis. Ik ben niet zo devoot, maar als ik tussen devoot en goddeloos moet kiezen dan ga ik voor devoot. Dat komt wellicht door Oswald, de protestantse voorganger die vroeger bij ons over de vloer kwam en die een dochter had die engelachtig was - vooral met dat geloof erbij, dat haar iets lijdends en ook onbereikbaars gaf.

Ik werp een blik in het boek waarin mensen verzuchtingen en weeklachten schrijven. Epistels in het West-Vlaams en in het Frans, in oude en jonge handschriften, soms beverig, soms kinderlijk versierd met bloemetjes en krullen, een enkele zelfs in het cyrillisch.

"Heer, laat de kinderen in de wereld geen honger lijden." "Om op een deftige manier van een vriendin af te geraken." "Bid voor Patricia, opdat ze die nare ziekte overwint." "Slaap zacht Simba, dierbare kat." "Van de Joris aan zijn Jezus."

"O God, laat ons iets horen van ons lief Anneke."

Ondanks de verwensingen en de beproevingen, ondanks de obstakels op mijn pad, kan ik maar één woord bedenken om in dat boek te zetten :

Dank.

Het is niet gericht aan iets of aan iemand, niet aan een oerkracht of energie. En toch. De behoefte dat te schrijven.

Geroezemoes en geschuifel. Stoelen die kriepen op vloeren van marmer. Tot mijn ongenoegen stroomt de kerk nu razendsnel vol kolkende zestienjarigen. Ze krijgen iets bedreigends als je ze in zulke industriële hoeveelheden samen ziet. Ik word een vage geur gewaar van voeten.

Als een vampier bij dageraad vlucht ik naar buiten, knipperend tegen het onverwacht felle winterlicht. In een stille straat koop ik een kilo peren, waar ik de laatste tijd zo gek op ben dat ik er wel vijf per dag van kan eten.

Onderweg plast een man tegen een muurtje. Hij draagt een Incamuts.

Het is nog steeds woensdag, nu vijftien uur zevenenveertig.

Ik vraag mij af wat er met Anneke zou zijn gebeurd.

KIM & LECTRR